Oordeel CRM: ING discrimineerde gehandicapte Purmerender

Logo van het College voor de Rechten van de Mens

Het College voor de Rechten van de Mens (CRM) is van mening dat ING zich schuldig heeft gemaakt aan discriminatie, om precies te zijn aan verboden onderscheid op grond van handicap of chronische ziekte jegens een klant van de bank uit Purmerend. ING rekende in 2017 namelijk de IVA-uitkering voor arbeidsongeschikten met een handicap of chronische ziekte niet mee om te bekijken of de klant voldoende inkomen had om een hypotheek af te sluiten, of om zijn hypotheekbedrag te verhogen. Door dit  beleid, waarbij men de IVA-uitkering niet meenam om te beoordelen of iemand over voldoende bestendig inkomen beschikte, werden mensen met een handicap of chronische ziekte ten onrechte uitgesloten van een hypotheek bij ING, terwijl zij op zich wel voldoende inkomen hadden om een hypotheek te kunnen krijgen of om hun hypotheekbedrag desgewenst te verhogen. De betreffende inwoner van Purmerend en het Bureau Discriminatiezaken Zaanstreek/Waterland hadden het CRM om een oordeel gevraagd over dit beleid van ING.

In 2016 en 2017 wilde een Purmerender het bedrag van zijn lopende hypotheek bij ING verhogen, zodat hij een bepaald pand kon aankopen. Tot zijn verbijstering bleek dit niet mogelijk, ook al was zijn inkomen voldoende groot en bestendig. Beide keren stelde ING namelijk dat het volgens zijn beleid per 1 januari 2016 onmogelijk was om de IVA-uitkering die de man genoot, tot zijn bestendig inkomen te rekenen. Dit was merkwaardig, omdat de bank een WAJONG-uitkering of een pensioen wel meetelde als onderdeel van het bestendig inkomen. Waarom de IVA-uitkering, die men bij arbeidsongeschiktheid krijgt en die in alle gevallen tot aan de pensionering  ongewijzigd blijft, dan niet meegerekend bij het bestendig inkomen?

De Purmerender ervoer het nieuwe beleid van ING als een groot onrecht en stapte naar het Bureau Discriminatiezaken. Het BD legde uit dat de Wet gelijke behandeling op grond van handicap/chronische ziekte vanaf 14 juni 2016 ook geldt voor het leveren van goederen en diensten, zoals een hypotheek. Kon de bank begin 2016 nog weigeren om niet naar de IVA-uitkering van de Purmerender te kijken, in 2017 zou de afwijzing door de bank volgens de wet wel discriminerend kunnen zijn. Het Bureau Discriminatiezaken deed daarom  wederhoor bij ING en kreeg als antwoord dat van discriminatie volgens ING geen sprake was, maar dat de bank nog ditzelfde jaar zijn beleid had gewijzigd: een IVA-uitkering telde nu wel mee voor de berekening van het bestendig inkomen voor klanten die een hypotheek wilden afsluiten.

De Purmerender bleef er bij dat hij in 2017 door de bank was gediscrimineerd op grond van zijn handicap. Het destijds gevoerde beleid heeft hem in het bijzonder benadeeld, omdat hij het pand dat hij toen op het oog had, niet heeft kunnen kopen. Ook andere klanten zijn in de betreffende periode mogelijk door ING gediscrimineerd, omdat zij toen desgewenst geen nieuwe hypotheek hebben kunnen afsluiten, of hun lopende hypotheek niet hebben kunnen wijzigen, als zij in die periode waren aangewezen op een IVA-uitkering als onderdeel van hun inkomen.

De Purmerender en het Bureau Discriminatiezaken vroegen daarom om een oordeel aan het College voor de Rechten van de Mens. Dat kwam, na een op 29 oktober 2019 georganiseerde zitting waar beide partijen hun standpunten konden uitleggen, tot het oordeel dat ING in 2017 verboden onderscheid maakte op grond van handicap of chronische ziekte. De Purmerender had ook aangegeven dat hij tijdig door de bank geïnformeerd had willen zijn over het nieuwe beleid ten aanzien van de toetsing van het bestendig inkomen, maar daarover kon het College geen uitspraak doen.

Het CRM-oordeel betekent de erkenning dat het beleid van ING destijds onderscheid op grond van handicap of chronische ziekte inhield en dat de Purmerender destijds wel degelijk door de bank is gediscrimineerd. Het betekent ook dat banken, net als andere aanbieders van goederen en diensten, hun beleid op orde moeten hebben, opdat zij mensen met een handicap of chronische ziekte niet discrimineren. Daarmee is het oordeel van belang voor alle klanten met een handicap/chronische ziekte, bijvoorbeeld als zij een hypotheek willen afsluiten of wijzigen.